Wetenswaardigheden over tapijten

Op deze pagina vindt u belangrijke informatie over textiele vloerbedekking: Van de kiezen van het juiste tapijt, over reiniging en onderhoud tot het gebruik van pictogrammen.

Soort tapijten

Textiele vloerbedekking

Een tapijt is textiele vloerbedekking. Volgens DIN ISO 2424 zijn het producten met een gebruiklaag van textielvezels die meestal worden gebruikt om de vloer mee te bedekken. Er zijn voor verschillende toepassingsgebieden ook verschillende soorten tapijt verkrijgbaar.

 

Kamerbreed tapijt:

Een kamerbreed tapijt is meestal een textiele vloerbedekking die de hele vloer van een ruimte bedekt. Dit tapijt worden ook wel vaste vloerbedekking genoemd.

Los tapijt:

Met een los tapijt wordt een textiele vloerbedekking bedoeld die een vaste vorm en vaste afmetingen heeft.

Loper:

Een loper is een lang en smal tapijt dat vaak in een hal te vinden is. Dit soort tapijt wordt vaak op zogenaamde ‘loopwegen’ gelegd.
 
Tapijttegels:
Met tapijttegels wordt een textiele vloerbedekking bedoeld die als samengestelde modules de vloer van een ruimte bedekt.
 

Andere indelingsmogelijkheden voor tapijten

Textiele vloerbedekkingen kunnen volgens nog meer criteria in categorieën worden ingedeeld. Hieronder vindt u een lijst van mogelijke onderscheidingscriteria.
 
Onderscheidingscriteria op basis van productieproces:
  • weven
  • tuften
  • naaldvilten
  • velouteren
  • knopen
Onderscheidingscriteria op basis van oppervlakte-constructies:
  • pooltapijt
  • plat geweven tapijt
Onderscheidingscriteria op basis van materialen die voor de productie van de gebruikslaag worden gebruikt:
  • natuurlijke vezels
  • synthetische vezels
Onderscheidingscriteria op basis van toepassingsgebied:
  • privégebruik
  • commercieel gebruik
En met zogenaamde secundaire vloerbedekkingen worden losse tapijten, lopers of matten bedoeld. Deze zijn afgestikt langs de randen of hebben een vaste rand.

Kiezen van tapijt

Het is belangrijk de juiste textiele vloerbedekking voor de juiste toepassing te kiezen. Daarvoor moet u weten welke vragen u moet stellen en op welke kenmerken u moet letten. Vraag in een speciaalzaak om advies.

1. Toepassingsgebied
Er moet voor een tapijt worden gekozen dat voldoet aan de vereisten van de ruimte waarin het wordt gebruikt, bijvoorbeeld hoelang het moet meegaan en hoeveel mensen de betreffende ruimte gebruiken. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen:
privégebruik
commercieel gebruik
Hier bieden de gestandaardiseerde pictogrammen die u helemaal onderaan op onze website kunt vinden een goed referentiepunt.

2. Gewenst comfort
Tapijten worden met het oog op comfort, dus hoe zacht en aangenaam het oppervlak voor de voeten aanvoelt, in vijf verschillende luxeklassen ingedeeld. Voor deze classificering worden ook wel ‘kroontjes’ gebruikt. Hoe meer kroontjes, des te hoger het comfort. Ook het comfort wordt met gestandaardiseerde pictogrammen aangegeven. Hier vindt u meer informatie.

3. Aanvullende eisen of geschiktheid
Verder moeten textiele vloerbedekkingen afhankelijk van waar deze worden gebruikt, vaak nog aan verschillende aanvullende eisen voldoen. Zo moet de vloerbedekking bijvoorbeeld geschikt zijn voor bureaustoelen met zwenkwielen, moet er op veiligheidsaspecten zoals stroefheid of brandklassen worden gelet of moet de vloerbedekking geschikt zijn om op een vloer met vloerverwarming te leggen. Tijdens een adviesgesprek in een speciaalzaak of aan de hand van de pictogrammen die wijzen op aanvullende kenmerken van een vloerbedekking, komt u erachter of een tapijt geschikt is voor de betreffende toepassing, ruimte of omgeving.

4. Duurzaamheid
Textiele vloerbedekkingen kunnen (ook) vanuit het duurzaamheidsaspect worden bekeken. De volgende criteria zijn de drie belangrijkste aspecten bij het kiezen van een textiele vloerbedekking:

Economie
Aanschafkosten (productiekosten en kosten voor het leggen), kosten tijdens gebruik (onderhouds- en reparatiekosten) en kosten voor verwijdering (afvoer / recycling).

Ecologie
Hier worden verschillende aspecten van het produceren, leggen, gebruiken en verwijderen of herwerken op hun milieu-impact, bijvoorbeeld het behoud van hulpbronnen en het energieverbruik, beoordeeld met het doel het milieu minder te belasten.

Sociaal en cultureel
Het sociale en culturele aspect van duurzaamheid wordt beoordeeld op het gebied van esthetica, vormgeving, toegankelijkheid en op de aspecten gezondheid en comfort.

Meer informatie over duurzaamheid is te vinden op onze pagina ‘Duurzaam bouwen’.

5. Geteste kwaliteit door het GUT-label of PRODIS-productpaspoort van de GUT-vereniging
Transparante en complete informatie over de producteigenschappen is belangrijk bij het kiezen van de juiste textiele vloerbedekking die aan alle voorwaarden voldoet. Het GUT-PRODIS-productpaspoort voor textiele vloerbedekkingen geeft deze informatie.

Het GUT-PRODIS-productpaspoort geeft uitgebreide informatie over alle technische en milieurelevante eigenschappen van een tapijt. Belangrijke, specifieke gegevens over de gebruikte materialen, chemicaliën en apparatuur alsmede een milieuproductverklaring kunt u direct online opvragen.

Fundamentele veiligheid voor u met het GUT-label: alleen producten die aan de strenge testcriteria voldoen, krijgen het GUT-label. Meer informatie hierover vindt u op de pagina Producttest.

Reiniging en onderhoud

Om de esthetische en functionele kenmerken van een textiele vloerbedekking zo lang mogelijk te behouden, is het belangrijk dat de vloerbedekking regelmatig en op de juiste manier wordt gereinigd en onderhouden. Daarbij moet zowel op het materiaal van het tapijt als op de constructie, de rug en de methode van leggen worden gelet. In principe moeten de reiniging en het onderhoud volgens de specificaties van de fabrikant worden uitgevoerd om bij klachten aanspraak te kunnen maken op garantie. Vraag ook in de speciaalzaak om meer informatie hierover.

Preventief onderhoud
Elke textiele vloerbedekking moet altijd tegen overmatig vuil worden beschermd. Zo wordt het tapijt preventief beschermd en in goede staat gehouden. De textiele vloerbedekking moet verder regelmatig (afhankelijk van gebruik) worden gereinigd met het borstelopzetstuk van een stofzuiger. Daardoor staan de vezels of polen van de gebruikslaag van het tapijt rechtop, waardoor ook wordt voorkomen dat het tapijt overmatig slijt en plat wordt.

Vlekken op tapijt verwijderen
Vlekken op tapijt zijn een veelvoorkomend probleem. Over het algemeen geldt bij het verwijderen van vlekken: hoe eerder de vlek wordt aangepakt, des te groter de kans is dat de vlek volledig kan worden verwijderd. Kleine en grotere vlekken op textiele vloerbedekkingen kunnen in de meeste gevallen met warm water en een absorberende doek (bijvoorbeeld een witte katoenen doek of een microvezeldoekje) worden verwijderd. Daarbij is het belangrijk dat niet met de doek over de vlek wordt gewreven, maar dat de vlek er van binnen naar buiten ‘uit wordt gedraaid’ door erop te deppen. Als u een reinigingsmiddel wilt gebruiken, moet u eerst bij de fabrikant of de speciaalzaak waar u de textiele vloerbedekking heeft gekocht om advies vragen. Hier is het belangrijk dat u het juiste reinigingsmiddel voor het betreffende tapijt in combinatie met de te verwijderen vlek gebruikt. Als het verkeerde reinigingsmiddel wordt gebruikt of het reinigingsmiddel niet op de juiste manier wordt gebruikt, kan uw textiele vloerbedekking blijvend beschadigd raken.

Intensieve reiniging of basisreiniging van tapijten
Omdat er zo veel verschillende textiele vloerbedekkingen op de markt verkrijgbaar zijn en voor elke vloerbedekking weer een andere reinigingsmethode wordt aanbevolen, kunnen we hier slechts een overzicht geven. Vraag bij de fabrikant of speciaalzaak na welke methode, reinigingsmiddelen en machines moeten worden gebruikt om uw tapijt op de juiste manier te reinigen. Dit zijn de methoden voor de basisreiniging en intensieve reiniging van textiele vloerbedekkingen:

  • reiniging met kant-en-klaar schuim
  • poederreiniging
  • pad-reiniging
  • verneveling
  • combinatie van bovenstaande
  • reinigingsmethoden
  • thermo-elektrische reinigingsmethoden voor tapijt

Duurzaam gebruik
Hoelang een textiele vloerbedekking meegaat, kan al bij de keuze van het tapijt worden bepaald. Bedenk dus goed welk soort tapijt, welk materiaal, welke constructie en welke kleur u nodig heeft. Vragen die u bij het kiezen van de textiele vloerbedekking in uw achterhoofd moet houden:

  • Wordt de ruimte waar het tapijt wordt gelegd veel gebruikt? Komt er vaak vuil van buiten mee naar binnen?
  • Wordt de textiele vloerbedekking intensief gebruikt? Bijvoorbeeld bureaustoelen met zwenkwielen in werkruimtes of kantoren.

Om ervoor te zorgen dat het tapijt zo lang mogelijk meegaat en daardoor grondstoffen te besparen, moet het tapijt regelmatig en op de juiste manier worden gereinigd en onderhouden. Met het oog op de duurzaamheid moet erop worden gelet dat de gebruikte methoden en vooral de reinigingsmiddelen het milieu zo min mogelijk belasten:

  • Kies voor een reinigingsmethode waar de minste grondstoffen voor nodig zijn en hetzelfde reinigingsresultaat mee wordt behaald.
  • Gebruik zo min mogelijk chemische reinigingsmiddelen.

Pictogrammen en wat ze betekenen

Veerkrachtige en textiele vloerbedekkingen alsmede laminaatvloeren worden op basis van hun eigenschappen onderverdeeld in gebruiksklassen. Om dit begrijpelijker te maken, zijn hiervoor gestandaardiseerde grafische pictogrammen ontwikkeld, de zogenaamde standaardvloerbedekkingspictogrammen (FCSS = Floor Covering Standard Symbols). Hieronder vindt u een overzicht van deze klassen en de bijbehorende pictogrammen.

Gebruiksklasse: privégebruik of commercieel gebruik

Tapijten worden meestal onderverdeeld in tapijten voor privégebruik en tapijten voor commercieel gebruik (bedrijfsgebouwen en alle andere publiek toegankelijke gebouwen). Het grote verschil daarbij is dat commerciële gebouwen (zoals kantoren of hotels) veel intensiever worden gebruikt dan bijvoorbeeld een woning. 

Classificering voor privégebruik

Klasse 21
Voor omgevingen met licht of incidenteel gebruik (licht tot matig)

Klasse 22
Voor omgevingen met gemiddeld gebruik (normaal)

Klasse 23
Voor omgevingen met intensief gebruik (zwaar)

Classificering voor commercieel gebruik

Klasse 31
Voor omgevingen met normaal commercieel gebruik

Klasse 32
Voor omgevingen met gemiddeld openbaar gebruik

Klasse 33
Voor omgevingen met intensief openbaar gebruik

Luxeklassen voor textiele vloerbedekkingen

Binnen de twee eerder toegelichte gebruiksklassen wordt met de zogenaamde luxeklasse (LC = Luxury Class; EN) nog een onderscheid in tapijten gemaakt. Deze klasse geeft een indicatie van het comfort, dus hoe zacht en aangenaam het oppervlak van een tapijt is. Hoe meer kroontjes, des te comfortabeler het tapijt.

Klasse LC 1 

Klasse LC 2

Klasse LC 3 

Klasse LC 4

Klasse LC 5

Aanvullende classificeringen

Geschiktheid voor stoelen met zwenkwielen

Bij het gebruik van bureaustoelen worden de tapijtpolen extreem belast. Alleen voor tapijten die een speciale zwenkwieltest doorstaan, mogen deze pictogrammen worden gebruikt en deze tapijten zijn geschikt voor gebruik in een kantoorruimte (in een thuiskantoor of in bedrijfsgebouwen).

Incidenteel gebruik

Veelvuldig gebruik

Geschikt voor trappen

Bij het gebruik van tapijten op trappen is het tapijt vooral bij de randen van de treden aan zware slijtage onderhevig. Voor het leggen en het gebruik op trappen zijn alleen producten geschikt die van een van de volgende twee symbolen zijn voorzien. 

Incidenteel gebruik

Veelvuldig gebruik

Snijkant

Met dit pictogram wordt aangegeven dat de snijkanten van de textiele vloerbedekking niet gaan uitrafelen. Dit is vooral belangrijk bij lussenpooltapijt.

Lichtechtheid / lichtreflectie

Directe of indirecte blootstelling aan licht (voornamelijk zonlicht) kan ervoor zorgen dat kleuren verbleken. Het afgebeelde pictogram betekent dat het betreffende product volgens EN ISO 105-B02 aan de basisvereisten voor lichtechtheid (≥ 5, voor pasteltinten ≥ 4) voldoet.

Lichtechtheid

Lichtreflectie

Akoestische eigenschappen / geluidsabsorptie

Dit pictogram kan worden gebruikt als de textiele vloerbedekking is getest en aan het vereiste niveau van geluidsabsorptie van de geldende norm voldoet. De vastgestelde absorptiewaarde moet op het technisch gegevensblad van het betreffende product worden vermeld. Dit geldt voor de algemene eigenschappen, de absorptie van contactgeluid en ook de verlaging van contactgeluid. Textiele vloerbedekkingen hebben over het algemeen goede contactgeluid- en geluidsisolatie-eigenschappen. 

Geluidsabsorptie,
aangegeven in dB

Contactgeluidabsorptie,
aangegeven in dB

Verlaging van contactgeluid,
aangegeven in dB

Pictogrammen CE-markering textiele vloerbedekking

Naast de basisclassificeringen gebruiks- en luxeklasse worden textiele vloerbedekkingen ook met grafische tekens (pictogrammen) ingedeeld volgens andere eigenschappen, zoals gebruiksomgeving en aanvullende geschiktheden. Een deel van deze geschiktheden valt onder de specificaties of eisen van de bouwproductenwet en wordt in de prestatieverklaring, de zogenaamde CE-markering, ingedeeld. Deze kenmerken komen hieronder aan bod. 

CE-markeringsverplichting

Textiele vloerbedekkingen moeten in Europa over een zogenaamde CE-markering beschikken. De afkorting ‘CE’ heeft geen uniforme, schriftelijk vastgelegde betekenis en wordt soms ‘Certified Europe’ (EN) of ‘Conformité Européenne’ (FR) genoemd. Met de CE-markering wordt de conformiteit van het product met betrekking tot de producteigenschappen gezondheid, veiligheid en energiebesparing vastgelegd. De CE-aanduiding moet op de verpakking en in de technische gegevensbladen van het tapijt worden gezet. Producten zonder CE-markering mogen niet in de EU worden verkocht omdat dan niet duidelijk is of ze aan de eisen voldoen.
De methoden voor het testen en aanduiden van textiele vloerbedekkingen zijn in de EN-normen 13442/14041 vastgelegd. Elk land heeft hier zijn eigen systeem voor. In Duitsland is deze EU-richtlijn bijvoorbeeld in de Bauproduktegesetz (bouwproductenwet) opgenomen. De productspecifieke eisen zijn gebaseerd op de volgende criteria:
  • brandgedrag / brandveiligheid
  • mechanische sterkte en stabiliteit (vroeger: slipweerstand)
  • hygiëne, gezondheid en milieubescherming
  • gebruiksveiligheid
  • geluiddemping
  • energiebesparing en warmte-isolatie
Voor het gebied van vloerbedekkingen zijn deze eisen samengevat in de volgende essentiële kenmerken. Verklaringen over deze essentiële eigenschappen mogen alleen in het kader van de CE-markering worden gedaan. De betreffende informatie van de fabrikant is dan te vinden op zowel de CE-markering als de prestatieverklaring, die naast de aangegeven eigenschappen van het product ook het adres van de fabrikant en de handtekening van een verantwoordelijke persoon moet bevatten. De informatie op de CE-markering en in de prestatieverklaring moet identiek zijn.
Er moet ten minste één essentieel kenmerk worden aangegeven. Aan de hand van de opgegeven eigenschappen kan worden bepaald of het bouwproduct in het gebouw mag worden geïnstalleerd.
De volgende eigenschappen zijn gedefinieerd in EN 14041 voor vloerbedekkingen:
  • Brandgedrag
  • Inhoud van pentachloorfenol (PCP)
  • Formaldehyde-emissies (HCHO)
  • Glijdend gedrag
  • Elektrisch gedrag (afvoercapaciteit)
  • Elektrisch gedrag (geleidbaarheid)
  • Elektrisch gedrag (antistatisch)
  • Warmtegeleidingsvermogen
  • Waterdichtheid 
Als de fabrikant geen essentiële eigenschap specificeert, moet deze worden gemarkeerd met NPD (No Performance Declared).

Brandgedrag / brandklassen

Bouwmaterialen worden over het algemeen volgens hun brandgedrag geclassificeerd. Bij het testen wordt het bouwmateriaal in een van de volgende brandclassificaties ingedeeld:

  • onbrandbaar
  • moeilijk ontvlambaar
  • normaal ontvlambaar
  • licht ontvlambaar

In de Europese norm EN 13501-1 worden vloerbedekkingen nog specifieker geclassificeerd. Dit wordt aangegeven met de letters A (onbrandbaar) tot F (licht ontvlambaar). Textiele vloerbedekkingen worden gemarkeerd met de toevoeging of afkorting ‘fl’ en worden voornamelijk in de klassen ‘B-fl’, ‘C-fl’ en ‘E-fl’ ingedeeld. ‘B-fi’ is de hoogste brandklasse voor een textiele vloerbedekking die alleen wordt gebruikt voor ruimtes met speciale eisen, zoals vluchtroutes in hotels of bepaalde ruimtes in openbare gebouwen en kantoorgebouwen. De klasse ‘E-fl’ is in de private sector meestal voldoende. Er worden makkelijk te herkennen pictogrammen gebruikt ter aanduiding van de betreffende brandklasse.

Nog een criterium voor de indeling van een textiele vloerbedekking is de inbouwtoestand in combinatie met het product zelf. Er worden afkortingen gebruikt om de inbouwtoestand aan te duiden waarin de betreffende (textiele) vloerbedekking is getest. Daarbij staan de volgende letters voor de betreffende inbouwtoestand:

  • L = los gelegd (loose laid)
  • G = gelijmd (glued)
  • CS = brandbare ondergrond (combustible substrate)
  • NCS = niet-brandbare ondergrond (non-combustable substrate)

Meer informatie over brandklassen en textiele vloerbedekkingen vindt u hier.

Voorbeelden pictogrammen brandklassen

Om het overzichtelijk te houden, hebben we hier alleen voorbeelden en een afbeelding geplaatst als verduidelijking van de afzonderlijke bestanddelen van de markering van de brandklasse. 

Elektrische eigenschappen

Geleidbaarheid

Volgens de norm EN 14041 worden textiele vloerbedekkingen als geleidend gezien als de overgangsweerstand of de vaak ook aangegeven oppervlakteweerstand ≤ 109 Ω is. Dit is vooral belangrijk in omgevingen waarin een geleidende vloerbedekking nodig is om elektrostatische ontladingen te voorkomen, zoals in operatiekamers, ruimten met hoogfrequente chirurgische apparatuur of computerruimten.

Definities volgens EN 14041:

  • elektrostatisch verdwijnende / geleidende vloerbedekkingen: overgangsweerstand ≤ 109Ω (ISO 10965)
  • elektrisch geleidende vloerbedekkingen: overgangsweerstand ≤ 106Ω (ISO 10965)

Elektrisch geleidende vloerbedekking

elektrostatisch verdwijnende vloerbedekking

Antistatisch

Het pictogram wijst erop dat er eventueel elektrische oplading (lichaamsspanning) vanuit de vloerbedekking kan plaatsvinden.

Slipweerstand (slip)

In de norm EN 14041 is vastgelegd dat tapijten aan bepaalde veiligheidseisen moeten voldoen. Onder deze norm valt ook de slipweerstand. Textiele vloerbedekkingen moeten volgens deze norm een dynamisch wrijvingscoëfficiënt van > 0,3 hebben als ze droog en schoon zijn. Als dat het geval is, mag bij het product het pictogram ‘DS’ worden gezet. Als deze waarde niet wordt behaald, moet bij het product het pictogram NPD (No Performance Declared; er is geen informatie beschikbaar over de slipweerstand) worden gezet.

DS (declared Slip)
oud symbool

DS (declared Slip) ≥0,3
nieuw symbool

NPD (No Performance Declared)

Formaldehyde-emissieklassen

Formaldehyde kan met emissietests worden aangetoond. In lage hoeveelheden kan het om verontreiniging van buitenaf (natuurlijke oorsprong) gaan, maar het kan ook een reactieproduct tijdens de productie of bestanddeel van de receptuur van het product zijn. Textiele vloerbedekkingen die formaldehyde bevatten dat bij de productie ontstaat of wordt toegevoegd, moeten worden getest. Na het testen en volgens ENV 717-1 of ENV 717-2 worden formaldehydehoudende producten ingedeeld in de klassen E1 (ENV 717-1 ≤ 0,13 mg/m³ en ENV 717-2 ≤ 3,5 mg/m²h) of E2 (ENV 717-1 > 0,13 mg/m³ en ENV 717-2 > 3,5 < 8,0 mg/m²h). Deze test hoeft niet te worden uitgevoerd als het om vloerbedekkingen gaat waar tijdens de productie of de aansluitende verwerking geen formaldehydehoudende materialen aan zijn toegevoegd. Zulke materialen hoeven niet te worden geclassificeerd, maar mogen zonder ze te testen wel in de klasse E1 worden ingedeeld.

Emissieklasse E1

Emissieklasse E2

Geen formaldehyde toegevoegd (NA = not added)

Pentachloorfenolgehalte

Pentachloorfenol (PCP) is een van de belangrijkste milieuchemicaliën vanwege de toxiciteit, de dioxineverontreiniging en de brede verspreiding ervan. De afgelopen jaren is de milieuvervuiling en de basisblootstelling van de bevolking afgenomen, althans in de Bondsrepubliek Duitsland. Het uitstekende medische milieuprobleem ligt in het vroegere gebruik van PCP-houdende houtverduurzamingsmiddelen in woonruimtes.
Daarom is de inhoud van PCP in vloerbedekkingen gereguleerd. Het pictogram DL (PCP) geeft aan dat het gehalte aan PCP onder de detectiegrens (DL) ligt.

PCP-Gehalte
onder de detectiegrens
 

Warmtegeleiding en warmtegeleidingsweerstand

Bij het leggen of gebruiken van textiele vloerbedekkingen in combinatie met vloerverwarming moet de warmtegeleidingsweerstand van het tapijt zo laag mogelijk zijn. In het verleden werd dit aangegeven met het pictogram “geschikt voor vloerverwarming”. Vandaag de dag worden de waarden voor het warmtegeleidingsvermogen of de thermische weerstand aangegeven.

oude Pictogram;
geschikt voor vloerverwarming

Warmtegeleiding
bij 23 °C

Warmteweerstand
bij 23° C

Andere pictogrammen en aanvullende geschiktheden

Maatvastheid / dimensiestabiliteit
Vormvastheid, los gelegde tapijttegels moeten aan aanvullende eisen voldoen omdat ze kunnen krimpen of uitzetten.

Rollengte
Specificatie van de rollengte

Rolbreedte
Specificatie van de rolbreedte

Afmetingen: tegelgrootte
Informatie over de afmetingen van een tapijttegel.

Lijst met afkortingen

Veel informatie en woorden die u op onze website vindt, worden voor het gemak afgekort. Hieronder vindt u onze lijst met afkortingen en de betekenis ervan.

  • AgBB = Duitse commissie voor de gezondheidsgerelateerde beoordeling van bouwmaterialen; meer informatie
  • CE (label / markering) = Conformité Européenne (FR); Europese conformiteit
  • EPD = Environmental Product Declaration (EN); milieuproductdeclaratie
  • FCSS = Floor Covering Standard Symbols (EN); standaardvloerbedekkingspictogrammen
  • GUT = Gemeinschaft umweltfreundlicher Teppichboden e.V. (vereniging van milieuvriendelijke tapijten)
  • IAP = Indoor Air Pollution (EN); vervuiling binnenlucht
  • IAQ = Indoor Air Quality (EN); kwaliteit binnenlucht
  • LCI = Lowest Concentration of Interest (EN); hoogste concentratie zonder nadelige gevolgen
  • POP = Persistant Organic Pollutants (EN) = persistente organische verontreinigende stoffen
  • PRODIS = productinformatiesysteem
  • REACH = Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals (EN) = registratie, beoordeling, autorisatie en beperking van chemicaliën
  • SVHC = Substances of Very High Concern (EN); zeer zorgwekkende stoffen
  • VOC = Volatile Organic Compounds (EN) = vluchtige organische stoffen